Vanochtend om vijf uur opgestaan. De bus was al gearriveerd en er was al rumoer op de binnenplaats. Na de koude douche ben ik met een aantal mensen naar Tossa gelopen voor koffie en een licht ontbijt. Bij terugkomst in het hotel was men inmiddels begonnen om de bus in- en op te laden. Een groot deel van de bagage gaat op het dak. Sommige dozen zijn zeer zwaar en de klus duurt veel langer dan gepland. Rond 06.45 uur komt de bus in beweging voor de rit naar Addis. We maken onderweg drie stops. De tweede stop is in een plaatsje direct voor dat we de bergrug overgaan (door de tunnel). Op de heen weg zijn we hier ook gestopt. Het is een pleisterplaats voor reizigers en handelaartjes. Best wel een gezellig dorpje maar de handelaars zijn nogal opdringerig. Om 15.30 uur rijden we, na een voorspoedige reis, de parkeerplaats op van Bole airport. De bus wordt weer afgeladen en we nemen afscheid van elkaar. De groep valt hier uitteen. De Amerikanen vliegen vanavond, een deel van het Nederlandse team vliegt vannacht en de rest, waaronder ik, vliegt morgenavond. Het duurt meer dan een uur voordat de shuttle naar het hotel ons komt oppikken Daarom zijn we pas om 17.30 uur in het Sheraton. Dit blijkt een heerlijk hotel te zijn. Terug in de beschaving! Na me wat te hebben opgefrist gaan we met z’n achten lekker in het Italiaanse restaurant. We drinken in de lobby eerst een wijntje of een biertje. Ik neem nog even contact op met Woutje. Ze hebben morgen een klein programmaatje voor ons in elkaar gezet. Ik blijk de enige te zijn die meegaat. De rest van de groep heeft geen puf meer en blijft in het hotel hangen.
Het is gezellig in de lobby. Er wordt druk gekletst en op de achtergrond speelt een pianist. Dit is ook Ethiopië. De prijs van een glas wijn is hier evenveel als de totale bierconsumptie voor tien dagen voor één persoon in Dessie. Het diner bij de Italiaan is uitstekend. Dit is zo ongeveer de eerste warme maaltijd in de afgelopen 10 dagen. In Tossa en Qualiber lukte het maar niet om een warme maaltijd ook warm op te dienen. Na het diner hebben we nog even wat zaken rond de vlucht van morgenavond geregeld en dan zitten we wel zo’n beetje aan onze tax. Morgen ga ik met Geert & Woutje naar een Child to child project en een rozenkweker.
Vanochtend dus een beetje later opgestaan. Om 07.30 uur verlaten we de poort van het hotel voor onze laatste dag in het ziekenhuis van Dessie. Er staan nog 5 operaties op het programma en de end-clinic. In het ziekenhuis komt alles een beetje moeizaam op gang. Artsen zijn te laat of stellen andere prioriteiten. Pas om 09.00 uur wordt er visite gelopen. Met de camera in de aanslag ga ik mee. In het begin vond ik het fotograferen van patiënten toch enigszins een aanslag op hun privacy. Niet zelden vroeg ik ook toestemming om te fotograferen. Nu merk ik dat ik daar makkelijker over ben gaan denken. Ik schiet gewoon plaatjes en het lijkt de patiënten niet te deren. Mensen met een moslim achtergrond lijken nog het meeste moeite te hebben met mijn activiteiten. Ze moeten er maar over heen stappen. Ik probeer ze zo voordelig mogelijk vast te leggen, en laat ze altijd de beelden zien die ik gemaakt heb. Niemand heeft tot dusver bezwaar gemaakt.
Eén van de patiënten die vanochtend gezien wordt is het meisje met de verschrikkelijke brandwonden. Zij is afgelopen vrijdag geopereerd en vandaag gaat het verband eraf. Bij deze activiteit heeft ze erg veel pijn. Ze is geweldig dapper, maar houdt haar ogen niet droog. Sibrand beoordeelt de wonden en is tevreden. Het ziet er nog steeds verschrikkelijk uit, maar het oog van de dokter ziet dat het goed is. Ze kan haar benen weer strekken, en dat heeft ze waarschijnlijk lange tijd niet gekund. Haar onderlijfje wordt door Sibrand opnieuw van schoon verband voorzien. Ze moet nog een aantal dagen in het ziekenhuis blijven. Opa wijkt niet van haar zijde. Als we de zaal verlaten kan ze een verbeten glimlach op haar mond toveren. Ze heeft nog een lange weg te gaan, maar het ergste heeft ze, hoop ik, gehad. Ik neem me voor om vanmiddag als laatste nog even bij haar te kijken en haar en haar opa een hand te geven.
De rest van de ochtend ben ik bezig om wat klusjes te doen, maar erg druk heb ik het niet. Ik maak nog wat foto’s van de visite en hang wat rond op de recovery room. Ik heb een hotelkamer geboekt voor vrijdagnacht in Addis Abeba. Eskander trad op als vertaler. Om 10.30 uur meldt zich nog een vader met een kind. Het jongetje heeft een hazenlip en besloten wordt dat hij een intake krijgt en als dit positief is, en dat is het, wordt hij meteen geholpen. Waar maak je dat nog mee tegenwoordig.
Om 11.00 wordt er aangekondigd dat het ziekenhuis ons een koffie ceremonie gaat aanbieden. We worden in de ruimte achter de OK verwacht. Als ik daar aankom wordt er op traditionele wijze koffie gezet. Dat wil zeggen, de vloer ligt bezaaid met gras, er staan twee vuurpotten in de gang en de ruimte hangt vol rook. Bovendien hangt er een sterke zoete geur van wierook. In welk ziekenhuis ter wereld is dit toegestaan? Waarschijnlijk alleen in Dessie. De lokale hoofdzuster van de operatiekamer Aba heeft zich voor deze gelegenheid in een lang wit gewaad gestoken. Rond 12.00 uur heeft zich een grote groep mensen rond de koffietafel verzameld. Kenneth mag een traditioneel brood aansnijden. Hij houdt tevens een korte speech en deelt certificaten uit aan de lokale medewerkers van het ziekenhuis die ons in de afgelopen weken zo prima hebben geholpen. De medewerkers zijn apetrots op dit certificaat. We eten brood en drinken Ethiopische koffie. Deze is van de beste Arabia bonen gemaakt. De koffie is pikzwart maar heeft een verrassend zachte smaak. Rond 12.30 uur is de ceremonie voorbij en maken we ons op voor de end-clinic. Deze begint om 13.00 uur.
Al vroeg vanochtend verzamelden zich de eerste mensen bij de deur van ons hoofdkwartier. De groep wordt groter naarmate 13.00 uur nadert. Ik schat dat er zo’n 100 mensen zijn. De end-clinic wordt dan ook een kleine chaos. Maar alle aanwezige patiënten worden door de artsen grondig beoordeeld, van advies en eventueel van nieuw verband voorzien, of krijgen medicijnen mee. Over het algemeen is het een zeer positieve bijeenkomst. Hoewel vooral kleine kinderen hier anders over denken. Zij zien opnieuw een groot wit mens in witte kleding verschijnen en daar hebben ze niet zulke bijster goede herinneringen aan. Ze schreeuwen soms moord en brand. Ik zie nog een aantal mensen die we vorige week hebben geopereerd. Fantastisch wat zijn de opgeknapt. Het valt op dat de mensen weer proberen te lachen en ze tonen hun dankbaarheid. Ze putten zich uit in beleefdheden en dankzeggingen. Alle patiënten krijgen een kaart mee waarop staat hoe ze het beste kunnen genezen of welke vervolgacties ze moeten doen. Bovendien krijgen ze allemaal cadeautjes mee. De kinderen een pet, de ouderen een pen of oorbellen of een ander kleinood.
Om half vier is de laatste patiënt weg en kunnen we gaan opruimen. Ik heb de afgelopen dagen veel gebruik gemaakt van de vertaler Dagued Assen. Hij is een jonge student en spreekt een redelijk woordje Engels. Vanochtend was hij niet aanwezig bij de koffie ceremonie. Daar heb ik zijn certificaat aangenomen en die geef ik nu aan hem. Bovendien krijgt hij mijn Rotaplast T-shirt. Hij is er bijzonder blij mee. Om een uur of vier zijn de dozen in ons kantoor ingepakt en lopen we met een paar mensen terug naar het hotel. Ik spring snel onder de douche want om 17.00 uur begint een extra lange happy hour. Langzaam maar zeker komen alle Rotaplast leden aangeschoven op de binnenplaats van het hotel Het is gezellig en je merkt dat er een bepaalde ontspanning heerst. De missie zit erop en we kunnen tevreden zijn.
Om 19.00 uur gaan we naar Tossa voor een gezamenlijk diner. Kennneth, Kim en Jim doen een woordje, maar het is vooral ongedwongen en gezellig. Het eten is prima en er heerst een uitgelaten stemming. Vandaag kregen we allemaal een briefje met de tekst “You don’t believe what I did……..”. Iedereen moest dit invullen. De antwoorden werden verzameld en op een A-4tje geprint. Vervolgens moest iedereen raden wie bij welke uitspraak hoorde. Aan het eind van het diner neemt Kim de combinatie uitspraken en namen met ons door en iedereen krijgt de gelegenheid om nog iets over hun uitspraak te zeggen. Het is best een grappig spel en we hebben veel gelachen.
Om 21.00 uuur is het diner voorbij. De Hollanders lopen nog even binnen bij de Old Fasika voor een biertje of een glas wijn, maar om 22.00 uur is het afgelopen. Het plan is dat we morgen om 06.00 gaan rijden dus we moeten vroeg opstaan.
Vandaag is alweer de zesde en laatste volledige operatiedag. Morgenvroeg worden er nog 5 operaties uitgevoerd. Daarna wordt de uitgebreide na-controle gedaan voor alle patiënten die in de afgelopen dagen zijn geopereerd. Hoogstwaarschijnlijk zijn niet alle patiënten aanwezig morgen omdat sommigen heel ver van het ziekenhuis wonen. Bovendien zijn niet alle ingrepen van dien aard geweest dat een na-controle noodzakelijk is. Ik ben benieuwd hoeveel we morgen opnieuw zullen ontmoeten.
Ik ben een beetje de kluts kwijtgeraakt met betrekking tot het totaal aantal patiënten die we geholpen hebben. Vandaag hebben we geen officiële intake gedaan, maar ik heb begrepen dat we nog wel één of twee nieuwe patiëntjes hebben ingeschreven. Ik denk dat ik morgen ‘the numbers’ wel te horen krijg. Daar zijn Amerikanen zelf ook zo dol op. Van de medical director Jim begrijp ik dat hij erg tevreden is over het verloop van deze missie. Niet alleen over de aantallen, maar vooral ook over het resultaat van een aantal zeer complexe operaties.
Toen ik vanochtend om 07.15 uur mijn kamer verliet was er, net als gisteren overigens, geen stroom in het hotel. Gisteren was de oorzaak een doorgebrande stoppenkast van het hotel. Vandaag echter zat (een deel van) Dessie zonder stroom. Dus ook ons ziekenhuis. Gelukkig heeft het ziekenhuis een noodaggregaat, die kregen ze rond 10.00 uur aan de praat, waardoor het gebied in en rond de operatiekamer weer van stroom werd voorzien. Ons deel van het ziekenhuis bleef verstoken van stroom tot ongeveer 12.00 uur. We hebben er nu echter niet zo’n hinder van.
Omdat Wouter nog graag een tijdje in de OK wilde kijken heb ik het grootste deel van de ochtend voor ziekenvervoerder gespeeld. Geen drukke baan, maar je moet wel aanwezig zijn. Na de lunch kwam een vriendelijk dame ons kantoor binnen gelopen. Zij bleek lid te zijn van de Rotaryclub van Bahir Dar en heet Eskander. Twee jaar geleden heeft Rotaplast een missie gedaan naar deze Ethiopische stad ruim 300 km. ten westen van Dessie. Toen we hier vorige week aankwamen was er ook als een lid van deze Rotaryclub om ons te verwelkomen. Hij het Yilmander. Dessie zelf heeft (nog) geen Rotaryclub. Ik vind het erg tof dat deze mensen zoveel tijd steken om ons te spreken. Je bent toch al gauw zes á zeven uur onderweg om de afstand tussen Dessie en Bahir Dar per minibus te overbruggen.
Eskander bleek onderwijzeres te zijn in Bahir Dar, maar was onlangs naar Addis Abeba verhuisd en deed iets in de reisbranche. Haar onderwijsachtergrond kwam goed uit want we stonden juist op het punt om een basisschool van Dessie te bezoeken. Eén van de patiëntjes van vorige week was een zoontje van een onderwijzeres van deze school. Zij sprak een beetje Engels en ze nodigde ons uit om een kijkje op haar school te nemen. Dat hebben we vanmiddag dus gedaan. We hadden een paar tassen met speelgoed en schrijfmateriaal meegenomen, en zijn met de Landcruiser van de ziekenhuisdirecteur naar de school gereden. Een ritje van ongeveer 20 min. De school ligt net buiten de stad. Hoewel de weg er naar toe zeer slecht was - de Toyota Landcruiser was geen overbodige luxe- lag de school in een prachtig bosrijk gebied. Er lag zeker ook vijf hectare grasveld bij. Er zitten ruim 800 leerlingen op deze school. Ze droegen (bijna) allemaal een blauw schooluniform. De onderwijzeres was per taxi naar het ziekenhuis gereden, en leidde ons naar de school. Daar werden we opgewacht door honderden uitzinnige kinderen. Geweldig. De troep werd tot de orde geroepen door een leraar Engels. Hij gebruikte daar nogal onorthodoxe middelen (stok) voor, maar de kinderen hielden wel op met schreeuwen. Daar ging het hem om. We werden door hem rondgeleid. Eerst werd de trots van de school aan ons getoond. De bibliotheek. Deze was in 2008 gesticht en geschonken door een Fransman. Er hingen tientallen foto’s van de realisatie. Langs de wand stonden boekenkasten, vol met boeken. Sommigen waren in de afgelopen twee jaar niet van hun plaats geweest. Maar goed het zag er niet slecht uit. In de bibliotheek was een klein kantoortje. Hier stond de enige computer van de school. Deze werd gebruikt voor de administratie. Er stond ook een gigantisch kopieerapparaat. Zo’n modern ding die we ook op de bank hebben. Geschonken door de Amerikanen. Ik vraag me af wat ze hier mee moeten.
De Engelse leraar gaf aan dat hij graag een vijftal computers voor het onderwijsdoeleinden zou willen hebben. Daar wist Hans wel raad mee. Hij zegde toe dat hij er voor zou zorgen dat er vijf computers op deze school zouden komen. Het adres van de school werd genoteerd. Ik denk dat we hem daar nog wel mee kunnen helpen.
Vervolgens werden we toegelaten tot de klas met de allerkleinsten. Ik schat zo’n vijf á zes jaar. Het was een stoffig hok en er zaten zo’n veertig kinderen aan oude schooltafels. Ze hadden een liedje voor ons ingestudeerd. Iets met: one two three four five, I caught a fish alive. Six seven eight nine ten, then I threw him back again. Corinne had een koffer vol speelgoed meegenomen in de klas, maar het leek de juf beter om het hier maar niet uit te delen. In plaats daarvan hebben we ballonnen uitgedeeld. Al snel was de chaos compleet. Vervolgens gingen we naar een professorisch practicum lokaal. Hier stond een leraar ons allerlei knutselwerkjes te showen die door de kinderen waren gemaakt. Alles leek gemaakt van restafval. Maar het draaide, rolde en de lichtjes branden. Hij had zelfs een waterkooker gemaakt van een verfblik. Zonder blikken of blozen stak hij de stekker in het stopcontact. Na enige tijd werd het water warm, maar het verfblik stond ook onder 220 V. Toch bleek wel hoe vindingrijk deze mensen zijn, en met zeer beperkte middelen iets in elkaar knutselen.
Na een dik uur was onze rondleiding voorbij. Er werden enige beleefdheden en adressen uitgewisseld en we hebben toezeggingen gedaan om een aantal spullen te leveren. Hans zal hiervoor het initiatief nemen.
Toen we om 16.30 uur terug kwamen bij het ziekenhuis waren de operaties van deze dag al achter de rug en was iedereen bezig de spullen op te ruimen. (oei, nu valt de stroom weer uit en zit ik in het donker. Straks maar verder)
Zo, ik heb inmiddels gegeten bij Tossa. Daar hadden ze gelukkig een noodaggregaat, anders was er weinig van het avondeten terecht gekomen denk ik. We zaten er met een hele club en dat is net even iets teveel voor de keuken. Ze brengen het eten in vier etappes, zelden wat je besteld hebt, en meestal is het eten koud of lauw. Maar goed mijn eten was redelijk en na anderhalf uur had iedereen ongeveer gehad wat ze besteld hadden. We worden er behoorlijk melig van en dus hebben we wel gelachen. Na ongeveer een uur is de stroom teruggekomen en lijkt alles weer normaal. Tijdens de stroomstoring heeft Kenneth nog wat instructies gegeven over morgen en vrijdag. Morgen lijkt niet zo’n drukke dag te worden, dus kunnen we wat later beginnen. Om 07.30 uur vertrek vanaf het hotel. Er worden morgen 5 operaties uitgevoerd, de na-controle (clinic zoals ze dat noemen) en alle spullen moeten weer in de dozen en kratten gepakt worden. We hebben veertig dozen en kratten mee genomen naar Dessie. Er gaan er ca. twintig mee terug. De rest blijft achter of is gebruikt.
Vrijdag daarentegen worden een lange (reis) dag. Het plan is om vrijdag om 07.00 uur met de bus te vertrekken vanuit Dessie. Daarvoor moet de bus ingepakt worden en ontbijten. Gaat wel lukken denk ik.
Laatste reacties